Barbecueën met Jaap deel 1: Lente barbecue


Lente barbecue

We zijn ontzettende liefhebbers van barbecueën. In sommige gezelschappen heb je dan heel wat uit te leggen, want bij barbecueën wordt vaak aan veel te veel vlees gedacht. Met daarbij ongezonde sausjes. En dat is heel jammer, want daar draait het zeker niet om!
Ik ben ooit ook zo begonnen en het was altijd maar afwachten of het vlees gaar was aan de binnenkant, ook al was de buitenkant al behoorlijk zwart! Maar al doende leerde ik dat de barbecue een fantastisch en veelzijdig ding is. En een volwaardige warmtebron, net als het fornuis, de oven en de magnetron. Eentje die ook bij minder weer prima bruikbaar is.

Het lijkt me leuk om in een aantal blogs te schrijven over de mogelijkheden van een barbecue. Wat dat betreft leer ik ook nog elke keer en het is leuk om dat hier te delen.

We beginnen maar bij de basis. Bij barbecueën gaat het veelal om geduld. Dat begint al bij het aansteken van de kooltjes of de briketten (ik heb een voorkeur voor briketten, bijvoorbeeld briketten van geperste, gemalen kokosnoten die én heel goed én heel duurzaam zijn, meer hierover als ik ze gebruikt heb). Laat de briketten na het aansteken goed warm worden. Ze zijn pas gereed voor gebruik als ze rondom een grijs laagje as hebben. Dan begint het gloeien en geven ze een diepe warmte af. Dat duurt minstens drie kwartier bij een gemiddeld gevulde barbecue.

In zes stappen naar een perfecte bbq-maaltijd!
Daarna de plek van de briketten (foto 1). Dat was voor mij echt een eye-opener. Ik heb een ketel barbecue: een Weber, en die zijn echt heel goed. Met een ketel barbecue kun je indirect grillen. Dat betekent dat je de kooltjes niet legt op de plek waar je wilt gaan grillen, maar juist ernaast. De warmte werkt dan indirect.

Direct onder het vlees kun je een aluminium lekbakje zetten. Geen risico op verbranden en handig om ook grotere stukken vlees te bereiden. Zet daarbij wel het deksel op de barbecue (foto 2). Het werkt dan als een oven. De meeste ketel barbecues zijn voorzien van een thermometer in het deksel waarmee je de temperatuur in de gaten kunt houden. De temperatuur is te regelen door de luchtgaten open of dicht te zetten (hoe groter de opening, hoe warmer het in de barbecue wordt).

Foto 3: het vlees op de bbq. Foto 4: na een uur halverwege. Foto 5: na twee uur bijna klaar. Foto 6: het eindresultaat.

Trek er gerust een paar uur voor uit om in alle rust een mooi stuk vlees te bereiden. Doe in de tussentijd lekker andere dingen. Het is echt slow-cooking. Ik moet wel eerlijk bekennen dat ik steeds de neiging onderdruk om er gezellig naast te gaan zitten en vooral regelmatig te kijken of ‘alles wel goed gaat’. Geloof me, het gaat bijna altijd goed! Ik gebruik een vleesthermometer om te controleren of het vlees van binnen gaar is.

Verlies de barbecue natuurlijk nooit echt uit het oog en als er kinderen en huisdieren in de buurt zijn is het opletten geblazen!

Afgelopen weekend met mooi weer haalden we de barbecue weer van stal. Alles even goed schoongemaakt (voorjaarskriebels) en aan de slag. Op de foto’s zie je de resultaten van die zaterdagmiddag: een kant en klaar hammetje, wat saucijzen en zelf gemaakte hamburgers. Dit keer van een mix van half-om-half-gehakt + rundergehakt met wat ketjap, peper en zout en een volle theelepel sambal. Deze soorten vlees lenen zich allemaal prima voor de indirecte bereidingsmethode.

Veel te veel vlees voor één keer natuurlijk, maar het mooie is dat ik dan voor een paar keer vlees heb. We aten van alles wat. De overgebleven ham gebruikten we een dag later om twee pizza’s mee te beleggen. En de worstjes en hamburgers die over waren gaan in een tomatensaus voor bij de pasta. Alles met die heerlijke rokerige barbecuesmaak lichtjes op de achtergrond.
Op het laatst grilde ik nog wat groene asperges mee. Paprika’s en paddenstoelen lenen zich daar ook prima voor. Aangevuld met wat krieltjes uit de oven hadden we een heerlijke eerste lentebarbecue: eentje die naar meer smaakte!

Reacties