Column Lisette, 1 mei 2013


Lisette


vrouw - moeder - zus - tante - docente - creatie - studie - broodbakken - groententuintje - voeding



Deze zaterdag zit ik met mijn zusje in een sushi restaurant.

We gaan altijd samen uit eten als onze mama jarig is. Vandaag is dat niet het geval, want het is haar sterfdag. Het is alweer tien jaar geleden, dat zij overleed. De tijd is omgevlogen en als je zou zeggen dat ze er drie jaar terug nog was, dan zou ik daar niet aan twijfelen. Ze heeft al zoveel dingen in mijn leven gemist: kinderen, diploma, nieuwe baan… Het is fijn om op deze moeilijke dag met mijn zusje samen te zijn.

Overdag gaan we even bij oma langs (de moeder van mama), voor haar is deze dag ook niet makkelijk. Hierna lopen we (Jelle, Stijn, Anna en ik) over de markt. Bij de groenteman liggen verschillende ‘vergeten’ groenten. Naast de komkommers, tomaten en bloemkool neem ik ook aardpeer (ook wel topinamboer of aardartisjok genoemd), truffelaardappel en oerpeen mee. 

Een oerpeen had ik al eerder, in een groententas van de natuurwinkel. Wat een prachtige kleuren, diep oranje met bietjes rood (als het geen officiële kleur is, dan bij deze). De aardpeer en truffelaardappel wil ik planten en dan afwachten of ze opkomen!

De aardpeer smaakt zoet en knapperig en heeft een nootachtige smaak. Gekookt heeft het iets weg van een artisjok. Je kunt hem heel goed verwerken in salades, bakken in boter (daarna met zout bestrooien), koken en pureren, in een ovenschotel of in een soep verwerken. De kooktijd ligt tussen de 5 en 10 minuten, kook of bak ze niet te lang want dan worden ze slap.
In Frankrijk gebruiken ze de aardpeer bij de productie van wijn en bier!  

Dit knobbelige knolletje is familie van de zonnebloem. Hij bevat 32 kcal per 100 gram, is rijk aan vitamine A, C, fosfor, kalium, ijzer en calcium. I.p.v. zetmeel bevat het inuline, een prebiotische stof, die de goede darmflora stimuleert (draagt bij tot een sterke weerstand). De bloedsuikerspiegel blijft stabiel en is daarom gunstig voor mensen met diabetici of  overgewicht. 

Wanneer je het knolletje in april plant, dan kun je in november oogsten. Nog beter is het om te wachten tot na de eerste nachtvorst of als de bloemen en planten verwelken en gaan hangen. Je kan de hele winter oogsten, je haalt de knollen uit de grond die je nodig hebt en de rest laat je in de grond zitten. Als je kleine knollen laat zitten, groeien ze het jaar daarop vanzelf uit tot grotere knollen. De plant kan wel 3 meter hoog worden, met mooie gele bloemen. Let wel op, het verspreidt zich als onkruid! Al snel staat het door de hele tuin en krijg je het niet zo makkelijk meer weg. Twee vierkante meter, kan in een jaar tijd al 10 kg knollen opleveren. In de grond zijn ze lang houdbaar, als je ze hebt geoogst, dan zijn ze een week in de koelkast te bewaren. Eet ze het liefst zo snel mogelijk, dan zijn ze het lekkerst.   

Tot volgende week…

Reacties